De Nederlandse melkgeitenhouderij heeft een goede naam qua diergezondheid en kwaliteit van de geleverde melk en daaruit geproduceerde melkproducten. Aan de andere kant zijn er twijfels bij een aantal partijen over mogelijke risico’s voor omwonenden. Dit heeft in een aantal provincies geresulteerd in een tijdelijke geitenstop. Dit heeft er vervolgens weer toe geleid dat Nederlandse geitenhouders die door willen ontwikkelen hun heil aan de andere kant van de grens met België en Duitsland zoeken door bijvoorbeeld de opfok elders onder te brengen of een tweede bedrijf elders te starten. De laatste groep bedrijven blijft de melk leveren aan Nederlandse melkverwerkers. Hetzelfde doet een aantal van origine Belgische en mogelijk Duitse bedrijven. Daarnaast zijn er (nieuwe) bedrijven in België en Duitsland die leveren aan Nederlandse melkverwerkers. Deze (soms startende) bedrijven in België en Duitsland, al of niet met een Nederlandse eigenaar moeten voldoen aan de eisen van Kwaligeit. Dat betekent:

  • deelname aan Coxiella burnetii vaccinatie (Coxevac®) en het Coxiella burnetii–tankmelkonderzoek;
  • CAE en CL-certificatie;
  • voldoen aan de Nederlandse eisen qua dierregistratie;
  • bovendien krijgen deze bedrijven in de toekomst mogelijk ook met dierverplaatsingen te maken en moet registratie aan de Nederlandse eisen voldoen. Voor CL- en CAE-gecertificeerde Nederlandse bedrijven gelden dan bij aanvoer van dieren van die buitenlandse bedrijven ook geen beperkingen.